Begin met het nauwkeurig knippen van de behangbanen. Gebruik altijd een scherpe schaar, bij voorkeur een speciale behangschaar, om scheuren te voorkomen. Het is essentieel dat de banen lang genoeg zijn, maar vermijd te lange banen, aangezien deze het aanbrengen bemoeilijken.

In tegenstelling tot veel andere behangsoorten, wordt bij glasweefselbehang niet het behang, maar de muur ingesmeerd met lijm. Vermijd overmatig insmeren in één keer, aangezien de lijm snel droogt. Werk baan voor baan en zorg ervoor dat u de muur iets ruimer insmeert dan de behangbaan breed is. Bij een behang van 100 cm breed is het bijvoorbeeld raadzaam om ongeveer 110 cm van de muur in te smeren.

Nadat de muur is ingesmeerd, is het tijd om de behangbaan aan te brengen. Plaats de eerste baan recht op de muur. Dit hoeft niet altijd loodrecht te zijn, maar het kan in sommige gevallen beter recht ten opzichte van kozijnen en plafonds worden geplaatst. Om het behang strak op de muur te krijgen en overtollige lijm te verwijderen, is het essentieel om het behang goed aan te drukken. Een aandrukspatel of aandrukroller kan hierbij van pas komen. Het juiste gereedschap kiezen is afhankelijk van het type behang en kan worden gevonden op de pagina met benodigdheden.

Nadat de behangbaan goed is aangebracht, moet deze nog worden afgesneden. Net als bij het knippen, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat uw mes scherp is. Gebruik afbreekmesjes en breek ze na elke 2/3 banen af om de scherpte te behouden. Hierdoor wordt het risico op rafels en scheuren aan het behang verminderd. Zorg ervoor dat de baan recht wordt afgesneden door bijvoorbeeld een spatel op het behang tegen het plafond of de plint te plaatsen. Beweeg vervolgens de spatel mee met het mes om ervoor te zorgen dat er strak langs het plafond of de plint wordt gesneden, waardoor scheuren en rafels worden voorkomen. Met deze tips creëert u een professionele afwerking bij het aanbrengen van vliesbehang.